Asparagusteler kiest voor compostmengsel op maat

Kees van Schie gelooft in kracht van kwalitatief goede compost

Het aantal telers in Nederland dat gespecialiseerd is in de teelt van snij-asparagus is bijna op één hand te tellen. Kees van Schie uit Poeldijk is één van hen. Een tikkeltje eigenzinnige ondernemer met een duidelijke visie op kwaliteit. De bodem is daarin de spil. Zijn organische compost wordt op maat gemaakt. ‘Wat er af gaat, moet er ook weer bij.’

Lopend door de kassen van Kwekerij van Schie aan de Wateringseweg in Poeldijk vallen twee dingen op: het gewas is mooi egaal groen en er heerst een serene rust. Even verderop gaan enkele medewerkers op hun knieën tussen de planten door. Snij-asparagus oogsten is handwerk. De takken worden zorgvuldig getrokken, op maat gesor

teerd en bij elkaar gebonden. De oogst gaat naar de schuur achterin het kassencomplex.
In de schuur staan de volle veilingemmers klaar om hun reis naar de eindgebruiker af te leggen. In de meeste gevallen gaat die reis via de bloemenveiling naar exporteurs, groothandels en bloemisten. Snij-asparagus is een echte boekettenvuller. “Eentje in het luxere segment”, vertelt Kees van Schie. “Veel bladgroen wordt geïmporteerd uit het buitenland, maar daarvan is de kwaliteit vaak on

dermaats. Onze producten worden daardoor juist extra gewaardeerd.”

Goede handel

Verdeeld over twee locaties teelt Van Schie in totaal 2,7 ha snijgroen: asparagus en blauwvarens. Het asparagus-assortiment telt vijf verschillende soorten. Naast de bekende plumosus zijn dat fulcatus, umbellatus, densiflorus ‘Cwebe’ en denisflorus ‘Meyers’.
Snij-asparagus is geliefd in boeketten vanwege het speelse effect, de houdbaarheid en de groene kleur die voor contrast zorgt. Maar ook in andere kleuren doet snij-asparagus het goed en dus wordt het vaak geverfd, vooral rond feestdagen als Kerstmis, Valentijnsdag en Pasen. “Persoonlijk vind ik dat geverfde spul heel onnatuurlijk, maar het levert wel goede handel op”, geeft de teler toe.
De aanvoer en marktvraag zijn volgens hem al jaren vrij stabiel en daarmee ook de prijsvorming. De teler voert zijn producten aan op zes verschillende bloemenveilingen: FloraHolland Aalsmeer, Rijnsburg, Naaldwijk en Eelde, Plantion en Veiling Rhein-Maas. Daarnaast wordt een deel via andere telers verhandeld. “De afzet gaat het hele jaar door, zonder echte dip in de productie.”

Diep in de grond

In juni is het wel iets rustiger. Die periode wordt gebruikt om nieuw gewas te planten en daarmee een stevige basis te leggen. “Asparagus is een vaste plant”, vertelt Van Schie. “Voor de snijproductie kun je eigenlijk niet buiten de teelt in de vollegrond om. Dan staat de plant het stevigst. Om de takken te oogsten, trekken we ze omhoog. De pluggen gaan daarom diep de grond in.”
Als de takken geoogst zijn, ongeveer iedere twee maanden, maakt de plant vanzelf nieuwe zijscheuten. In het geval van Asparagus plumosus, de meest gangbare soort, vervangt hij het gewas na vier jaar. “Die frequentie is vooral afhankelijk van de grondsoort. Ik heb hier hele bijzondere grond. Opgevaren zandgrond dat een meter boven het boezempeil ligt. Ik hoef nooit water af te voeren en heb geen last van natte plekken.”

Investeren in bodemleven

Timing is essentieel in de teelt van snij-asparagus. “Het gewas moet niet te hoog groeien. Ben je te vroeg met trekken, dan oogst je vooral eerste veren. Hou je het gewas niet goed bij, dan moet je te veel toppen. Voor volume is regelmaat heel belangrijk, evenals een goede verzorging. Compost is daar een essentieel onderdeel van. Ik geloof in de kracht van goede compost. Daarmee zorg je dat het hele biosysteem klopt.”
Het bodemleven, daar gaat het volgens Van Schie om. Als je investeert in de bodem kan de plant daar zijn voedingsstoffen uit halen die hij nodig heeft om te groeien. “Het gehalte kalium en ijzer is bijvoorbeeld erg belangrijk. Maar ook fosfaat, dat zorgt voor beworteling en energie voor de plant. Vooral de wortels moeten groeien, want die nemen de voedingsstoffen op uit de bodem. Met compost kun je hierop sturen, in combinatie met grondtemperatuur. Zo is de kas voorzien van energiezuinige grondverwarming en gieten we altijd met water van 19 graden via de warmtewisselaar om uitval te voorkomen. Anders krijgen de planten een koude douche en schrikken de wortels.”

Constante en hoge kwaliteit

Vijf jaar geleden is de teler begonnen met het toepassen van een compostmengsel dat op maat ( Vigro Receptmix red.) wordt gemaakt. Benfried, al jaren kind aan huis op het bedrijf, kwam hiermee op de proppen. Dit mengsel bestaat voor 60% uit houtige delen, 20% uit blad en 20% uit gras.” Peter van der Wel, specialist gewasbescherming en meststoffen: “Wij halen dit bij Van Iersel vandaan, waar kwaliteit hoog in het vaandel staat. Jaarrond wordt dezelfde samenstelling grondstoffen gebruikt en tijdens de productie wordt de compost altijd op een temperatuur tussen de 65 en 70 graden gehouden. Eventuele ziektekiemen en onkruidzaden worden hierdoor afgebroken.”
Het compostmengsel komt niet zomaar tot stand. Hiervoor wordt een bodemgrondanalyse uitgevoerd. “Uit deze analyse komt duidelijk naar voren welke voedingsstoffen naar verhouding tekortschieten of juist te veel aanwezig zijn in de bodem”, vertelt Van der Wel. “Is bijvoorbeeld het gehalte mangaan laag, dan voegen we hiervan wat extra toe aan het mengsel. Bovendien helpt het bodemleven in het compostmengsel om de elementen, die in de bodem zitten, vrij te maken voor de plant. Op deze manier komt de plant nooit iets tekort.”

Dikke laag compost en slootwater

Van Schie is zeer tevreden met die aanpak. “Wat eraf gaat, moet ook weer aangevuld worden. Sinds ik op maat gemaakte compost gebruik, zie ik de productie elk jaar toenemen. Ook hebben we veel minder last van onkruid.”
Het compostmengsel wordt jaarlijks toegepast op de plekken in de kas waar het gewas wordt vervangen. Direct na het stomen van de grond wordt een laag van 2,5 centimeter compost gestrooid. Daarna gaat er slootwater overheen, een andere bron van voeding en micro-organismen. Op de andere locatie strooit hij de compost over het gewas heen, waar sommige soorten al negentien jaar in de grond staan.

Weerbare plant

Kunstmest komt in principe niet de tuin op. Alleen kippenmest en koemest en soms bloedmeelkorrels voor extra stikstof. “Als je kunstmest gebruikt, dan stop je de plant helemaal vol met voedingsstoffen en dwing je hem om te groeien”, legt Van der Wel uit. “Met organische mest zorg je ervoor dat het bodemleven de juiste voeding vrijmaakt voor de plant. Deze groeit vervolgens veel rustiger en is weerbaarder. Je haalt daarmee ook de excessen in de teelt weg. En met compost voorkom je bijvoorbeeld dat het snel te nat of te droog is op de tuin.” Van Schie beaamt: “Een goede bodembalans is bevorderlijk voor de waterhuishouding.”
Behalve dat het gewas goed groeit, heeft het compostmengsel een positieve werking op biologische bestrijders. Hypoaspis en Atheta zijn daar voorbeelden van. Deze eten de poppen van trips, die van het gewas op de grond vallen. “Ook organische korrels trekken natuurlijke bestrijders van trips aan en dat is toch één van de grootste plagen in deze kasteelt. Organische mest levert zo een belangrijke bijdrage aan onze strategie van geïntegreerd telen.”

     

 

Tekst: Jeannet Pennings, beeld: Michel Heerkens